Noord, Oost, Zuid, West en alles wat er tussen lag! De wind (daar heb ik het over) kwam afgelopen week uit alle hoeken en dat was te merken aan de soorten. Ikzelf had 'm in ieder geval flink in de rug en dat leverde in 1 week tijd (zelfs 3 dagen) Hop, Kleinste Jager, Sperwergrasmus, Kleine Spotvogel en Steppevorkstaartplevier op. Ik kan natuurlijk vertellen hoe mooi, uniek, en bijzonder ze waren. Dat is nu echter van minder belang. Waar het omdraait is de stijging naar 314 soorten!
Terwijl op 10 September de zon nog boven de horizon uit moest komen, pikte ik Richard Houtman op vanaf Station Amsterdam Sloterdijk om samen naar Camperduin te rijden. Hier aangekomen viel de wind wat tegen (in die zin dat de verwachtingen anders lagen). Desondanks hadden we gedurende de uren dat we op de telpost zaten een leuk aantal Jan van Genten langs zien komen en trokken Middelste, Kleine en Grote Jager(s) aan ons voorbij. Onderweg naar huis deden we nog even het gebied "De Nek" aan om te zoeken naar een vermeende Poelsnip. Hoogte punt hier waren twee rond duikende geoorde futen.
's middags reed ik naar Nijmegen omdat er een nieuwe filiaal in het oude postkantoor geopend werd. De melding van een Hop nabij Helmond onderbrak het feest niet, maar zorgde er wel voor dat ik iets meer haast maakte om weg te gaan. Krap 50 minuten later liep ik samen met de melder over de dijk waar de vogel voor het laatst gezien was. De adrenaline schoot omhoog toen de hop nog rustig over het dijkje aan het scharrelen was. Of ie nu groen, geel of oranje was, deed er weinig toe..., soort 310 was binnen. Oorspronkelijk had ik met Thijs in Wageningen afgesproken om wat te gaan eten. In plaats van 20.00u werd dat nu ander half uur later!
Donderdag de 11e trok ik er alleen opuit. De maasvlakte leek een leuke locatie om rond te gaan struinen en dat bleek ook zo te zijn. De bosjes moesten het ontgelden, maar dat leverde wel een leuke diversiteit aan vogels op.
Aan het begin van de week had ik het plan geopperd om zaterdag en zondag met z'n allen er opuit te gaan. Tellen op de BrobbelBies is natuurlijk erg leuk, maar er moet ook gewoon hard getwitcht worden. Het plan viel in goede aarde en kreeg langzamerhand vorm. Donderdagavond pikte ik Thijs op in Wageningen en streken we, samen met Steven Wytema, neer in een Amsterdamse kroeg langs de Keizersgracht. Naar aanleiding van de laatste weersvoorspellingen leek Texel de beste kaarten te hebben voor leuke soorten. We hebben lang met Toy van gedachten gewisseld over de beste plek. Hij was namelijk bereid om z'n post voor een paar uur te verlaten, maar had z'n oog laten vallen op Westkapelle. De groep viel hopeloos uitelkaar...
Vrijdag 12 september ging om 05.00 de computer aan voor de laatste weerberichten. Het beeld was veranderd en de beslissing werd snel genomen. We keerden Texel de rug toe en reden strak door naar Westkapelle. 5 minuten nadat Thijs en ik bij het Paviljoen arriveerden, draaiden Toy en Teun de dijk op. De telescopen werden opgesteld en het speuren over zee kon beginnen. Ik keek richting de "geel groene paal" die daar standaard in zee dobbert. Later hoorde ik van Pim Wolf dat dit in het tellers-jargon ookwel een "geel zwarte boei" genoemd wordt. Na enige uren turen over zee kwam gelukkig soort 311 langsvliegen en werd meteen de keuze om niet naar Texel te gaan als de juiste bestempeld. Een kleinste jager vloog al jagend langs de kust en leverde op die manier z'n persoonlijke bijdrage aan m'n lijst. Goed... tijd om te gaan!! Het weer was weinig uitnodigend om nog te blijven (alhoewel er ongetwijfeld nog vele van dat soort momenten moeten gaan komen). Er druppelde langzaam aan berichten binnen dat het weer in Brabant ging opklaren. Toy's adrenaline steeg en keerde vanaf de Brouwersdam snel terug naar z'n vaste stek. Teun stapte bij mij in en met z'n drieen reden we naar de Maasvlakte. Het weer was flink slecht; het regende continu en waaide stevig. Over het gehele gebied troffen we veel vogels aan. Zo kwamen we bijvoorbeeld drie draaihalzen tegen en over de honderd paapjes.
Twee soorten verdienen toch wat extra aandacht en wel nummer 312 en 313 die we hier tegenkwamen. Met de 312e soort hebben we flinke moeite gehad en pas op 13 september met behulp van Christian af kunnen maken als Kleine Spotvogel. Dit beestje ontdekten we op het terrein van de voormalige Helihaven en liet zich helemaal niet slecht bekijken. Toen Teun eenmaal een bruikbare foto had kunnen maken zijn we snel doorgegaan om de bosjes in de oude verzinking plat te lopen. Direct bij het doorkruizen van de eerste bosjes hoorden we een harde ratel! Kort daarop zagen we de vogel wegvliegen die dat geluid had veroorzaakt! Hup... en dat was soort 313...Sperwergrasmus!! Tja... en dan moet je natuurlijk erg blij zijn. Dat ben ik ook... meer dan dat zelfs. Een klein stemmetje hoor ik echter zeggen dat ik nog ongeveer 29 soorten ergens vandaan moet zien te halen. De bingo-kaart is voorlopig niet vol (en wie weet wordt ie dat ook niet)!
Eenmaal thuis gekomen, kozen de heren een plek op de grond uit en droomde ik, diep weggestopt onder de wol, over alles wat nog komen moet!
13 september startte net als de voorgaande dagen lekker vroeg. Christian voegde zich bij ons en met z'n vieren reden we naar de Maasvlakte. We spraken de belevenissen van de vorige dag door en kwamen op de vogel die we nog geen naamkaartje hadden gegeven. Bij het wakker worden keek Teun even raar op dat we toch een kleine spotvogel hadden gefotografeerd. Onze eerste stop was nu dan ook het terrein van de voormalige Helihaven. De Kleine Spotvogel was opvallend snel teruggevonden. Christian maakte nog even gebruik van z'n buitenlandse contacten om wat subtiele details door te spreken, waarna het beestje via een RBA-bericht doorgegeven kon worden.
Naast de ontdekking van deze vogel was er nog meer aan de hand. Toevallig hadden de hoaxbirders een afspraak met een fotograaf van een landelijk dagblad gemaakt om wat actie-plaatjes te maken. Deze foto's worden gebruikt om het interview te illustreren dat over twee weken gepubliceerd wordt. De fotograaf sjokte de gehele dag achter ons aan en probeerde zo goed en zo kwaad als het ging, te begrijpen wat we deden!
De fotograaf was net weg, toen het bericht binnenkwam van een Steppevorkstaartplevier langs de Belkmerweg, nabij Petten. Langzamerhand ontstaat er her en der een wat verzadigd gevoel, nu we naar al die nieuwe vogels rijden, kort kijken en weer doorscheuren. Het enthousiasme was dan ook niet bij iedereen groot toen ik meldde naar Petten te rijden! Maar goed... de keuze-vrijheid om wel of niet mee te gaan was niet heel ruim! Na een toilet- en later nog een tankstop (geeft veel stress) kwamen we aan bij de Belkmerweg. De steppevorkstaartplevier zat keurig op onze komst te wachten en liet zich mooi bekijken. Terwijl Teun, Thijs en ik in de Abtskolk rondliepen belde Christian door, dat de plevier was opgevlogen en onze kant uitkwam. Meteen bij het ophangen vloog de vogel inderdaad over ons heen. Bizar genoeg hoorden we van Remco Hofland dat ie precies geland was op een plek waar een juveniele roze spreeuw rondscharrelde. Deze vogel konden we ook nog even mooi meepikken en vormde voor Teun en Thijs een onverwachte lifer!
Ook 14 september struinden we over de Maasvlakte. De ene draaihals die we zagen was onvoldoende reden om lang te blijven. De middag hebben we uiteindelijk doorgebracht op telpost Brobbelbies Noord waar een heel keur aan roofvogels langs kwam (visarend, bruine kiek, sperwer, havik, buizerd, smelleken, slechtvalk, wespendief, torenvalk, boomvalk)