April startte rustig, zonder al te grote kleppers, maar daar kwam in de tweede helft van de maand verandering in met een paar hele goeie soorten. Op het eind van de maand ging het dan helemaal los, als dat een voorteken is voor hoe het in mei gaat zijn voorzie je best wat verlofdagen de komende weken!
Overzicht
Dwergganzen werden nog gezien bij Zonhoven en in de buurt van Vervoz. Hoewel ongeringd doen de locaties en timing niet echt vermoeden dat het hier om wilde exemplaren gaat… De drie laatste Wilde zwanen van het voorjaar zaten op 1 april in het Turnhouts Vennengebied. Krooneenden werden in 18 gebieden gezien, bijna altijd ging het om solitaire exemplaren. Witoogeenden waren heel wat schaarser, met slechts op drie locaties vogels die (vermoedelijk) ongeringd waren. Het mannetje Ringsnaveleend van de Grote Wal werd ook nog af en toe gezien, maar evengoed waren er dagen waarop hij hier onvindbaar was. Op 12 april werd in Anderlecht nog een adult mannetje gefotografeerd door Henri Bruyère. Ook de IJseend van de IJzervallei bleef daar nog tot half april rondzwerven. En om helemaal in het thema van de maand maart te blijven, werden er ook nog vier Alpengierzwaluwen waargenomen: op 4 april over Tielrode (Caroline Tyck), en op 10 april werden maar liefst 3 exemplaren waargenomen, over Oostduinkerke (Diederik D’Hert), over Zeebrugge (Filip De Ruwe) en over de Gentbrugse Meersen (Eef Thoen). Met 9 exemplaren in totaal is dit het beste voorjaar voor de soort ooit (er zijn in totaal 45 aanvaarde gevallen). De eerste topper van de maand was de Kuifkoekoek die gevonden werd door Geert Spanoghe op het militair domein van Helchteren op 21 april. Jammer genoeg bevond de vogel zich op ontoegankelijk terrein, en bleef het dus bij een éémanswaarneming. De vorige vogel dateert alweer van 2010, hoog tijd voor een nieuw twitchbaar geval dus! Zingende Porseleinhoenen werden tot nu toe op een tiental locaties gehoord, daar komen er de komende weken wellicht nog wel wat bij. Een Klein waterhoen zong op 9 april bij Niel-bij-As. Roodhalsfuten werden gemeld van drie locaties, twee daarvan zijn vogels die er al een tijdje zaten. Er werden zes Kuifduikers waargenomen, waaronder enkele die mooi in zomerkleed begonnen te komen. Op 2 april werd een Griel ontdekt in de Uitkerkse Polders, die zich tot ’s avonds liet bekijken. Daarna volgden nog vier vogels die ’s nachts op een geluidsrecorder werden opgenomen.
Steltkluten kwamen massaal aan, in soms behoorlijk grote groepen, wellicht als gevolg van de droogte in o.a. Spanje. Hier en daar zijn er zelfs al koppels aan het broeden. Eén van de topsoorten van de maand was de Amerikaanse goudplevier die op 24 april in het Zwin werd ontdekt door Wouter Faveyts, en zich daar tot ’s avonds liet bekijken. Mogelijk werd deze vogel daar ook al op 18 april gezien door Hilbran Verstraete, maar door de moeilijk waarnemingsomstandigheden kon de determinatie toen niet worden afgemaakt. Dit is de vijfde waarneming van deze soort in België, waarvan drie in het Zwin.
De eerste twee Morinelplevieren werden op 6 april gezien bij Angre, op 23 april zat er één bij Peer. Nog een hele goede steltloper werd op de laatste dag van de maand bij Doel gevonden door Wout De Rouck: een Blonde ruiter. Deze vogel bleef tot ’s avonds aanwezig, en verdween toen hoog naar het westen. Dit is het 12e geval voor België, de vorige dateerde alweer van 2012.
Met vier exemplaren was het een goede maand voor Poelruiter.
Lachsterns vlogen op 27 april over de Fonteintjes, en op 30 april over de Kalmthoutse Heide. Reuzensterns kwamen in behoorlijke aantallen door, het dagrecord op de Fonteintjes werd op 21 april bijgesteld naar maar liefst negen exemplaren!
Ook voor Witwangsterns lijkt het een goed voorjaar, met voorlopig waarnemingen op 10 locaties. Een mooie groep van negen exemplaren zat op 22 april op de Gavers bij Harelbeke.
Een Parelduiker werd op zee gezien vanaf een boot door de deelnemers aan een North Sea Pelagic. De Molse Dwergaalscholver werd op 3 april voor het laatste gezien, benieuwd of die volgende winter terugkeert. Zwarte ibissen werden op zes plaatsen waargenomen, de twee tweedejaars vogels bij Lier deden even of ze een nest wilden bouwen, maar vertrokken dan toch weer. Woudaapjes werden al van zes gebieden gemeld, daar komen er hopelijk nog wat bij de komende weken. Purperreigers kwamen ook volop door, met o.a. 28 exemplaren langs De Fonteintjes op 22 april. Grijze wouwen werden van zes locaties gemeld, wat tegenwoordig normaal is voor deze soort… Er werden twee Dwergarenden gezien, in Florenville en Mechelen. Het aantal Steppekiekendieven is niet meer te tellen, er waren waarnemingen in 34 km-hokken, waaronder enkele fraaie adulte mannetjes.
Roodstuitjes werden daar die dag dus niet gezien, de laatste dagen van april waren er wel drie waarnemingen van deze soort, waaronder een kort pleisterende vogel in Het Vinne. Een zingende Bergfluiter bij Durnal op 29 april was een leuke vondst van François Hela.
Op 13 april ontdekte Romain De Jaegere een zingende Iberische tjiftjaf bij het meer van Virelles. Met meldingen uit 76 km-hokken lijkt het een goed voorjaar te zijn voor Snor. Graszangers bleven dan weer vooral aan de kust goed vertegenwoordigd. Leuk was nog de nagekomen melding van een Blauwstaart door Gaspard Sleven in een tuin in Ophoven op 20 maart. Indien aanvaard wordt dit het 12e geval voor België, en de eerste in het voorjaar (er is één wintergeval, al de rest zijn najaarsvogels). De laatste week van april werden drie Grote piepers waargenomen. Doorheen de maand werden ook al een 15-tal Duinpiepers gezien. De overwinterende Roodkeelpieper van Sint-Jan-Wingene bleef daar nog bijna de hele maand aanwezig. Daarnaast waren er nog drie andere waarnemingen van deze soort. Een overvliegende Woestijnvink over Oostduinkerke zou de eerste voor België zijn, helaas zijn er geen foto’s of geluidsopnames en kon de vogel nergens anders worden opgepikt. De eerste twee Ortolanen werden op 29 en 30 april gezien. Op de locatie waar vorig jaar een vogel aanwezig was, zong vanaf 10 april opnieuw een mannetje Cirlgors. Een pleisterende Dwerggors tenslotte zat van 17 t.e.m. 20 april in Kallo.
Een welgemeende dank uiteraard aan alle waarnemers, én aan de fotografen voor het gebruik van hun foto's!
Gezocht in mei
Eén van de voorspelde soorten april kwam alvast uit, helaas was de Kuifkoekoek niet twitchbaar. Een nieuwe poging voor mei dus! In mei gaat het voorjaar helemaal los, en lijkt het lijstje met mogelijkheden eindeloos. Wat te denken van soorten als Citroenkwikstaart, Gestreepte strandloper, Roodstuitzwaluw, … We mikken natuurlijk graag wat hoger, misschien tijd voor een Steltstrandloper of Killdeerplevier, langverwachte nieuwe Belgen? Of een soort die ooit twitchbaar was, maar waarvan het hoog tijd is voor een nieuw geval, zoals Withalsvliegenvanger, Woestijnplevier of, - nu het toch een goed sternenjaar is - een Sierlijke of Forsters stern? Of wie weet steekt de Britse Grijskopkievit het Kanaal over, om ergens bij ons teruggevonden te worden? Zoveel mogelijkheden, en die kunnen enkel gevonden worden door buiten te lopen!