Na een paar maanden met grotendeels dezelfde zeldzaamheden, was er deze maand eindelijk wat beweging op het vogelfront. Een aantal van de ondertussen ‘vaste’ gasten in dit overzicht vertrokken naar andere oorden, en de voorjaarstrek kwam volop op gang. Een zeldzame roofvogel die niet twitchbaar was bleek de topsoort van de maand, maar er waren genoeg andere leuke soorten om de maand door te komen. Lees hieronder verder voor wat er allemaal werd gezien!
Overzicht
Nog t.e.m. 13 maart werd de Roodhalsgans gezien in de Uitkerkse Polders (WV). De twee Ross’ ganzen werden op 5 maart voor het laatst gezien op hun vaste locatie, vier dagen later doken ze op in Friesland. Heel benieuwd of ze hier volgend najaar opnieuw opduiken! De laatste Wilde zwaan werd op 20 maart gezien bij Rotselaar (VB). De Amerikaanse wintertaling werd op 1 maart nog gezien in de Handzamebroeken (WV), daarna kwamen er geen meldingen meer. Krooneenden werden waargenomen op 11 locaties, het grootste groepje was dat van zeven exemplaren op 12 maart bij Amay (LG). Witoogeenden werden uit drie gebieden gemeld, samen goed voor vier stuks.
Het eerste Porseleinhoen werd op 20 maart geringd bij Grembergen (OV). Kraanvogels kwamen in grote aantallen door, vooral op 2 en 8-9 maart werden er veel gezien. In tegenstelling tot wat meestal het geval is, werden nu ook in het centrum en het westen van het land veel groepjes gezien. Daarnaast was 9 april een zaterdag, waardoor heel wat vogelaars konden genieten van dit spektakel. Met zeven Roodhalsfuten was het een goede maand voor deze soort. Ook Kuifduikers scoorden goed met vier exemplaren. Op 17 maart werd de eerste Steltkluut van het voorjaar gezien in de IJzervallei. Op 3 maart ontdekte Peter Adriaens (wie anders: van de 29 Belgische gevallen van deze soort vond hij er al 8!) een adulte Ringsnavelmeeuw op de slaapplaats van Roksemput (WV). Nog t.e.m. 18 maart werd deze vogel hier af en toe gezien.
Een Grote burgemeester zat op 23 maart eerst bij Koksijde en later in Nieuwpoort (beide WV). Op 29 maart werd er één op zee gezien vanaf een schip. De eerste Reuzenstern zat op 31 maart aan de Bichterweerd (LI). Er waren slechts drie waarnemingen van Parelduiker, allen aan de kust. De ‘vaste’ IJsduikers waren nog heel de maand op post, daarnaast werden er ook enkele op zee gezien. De Molse Dwergaalscholver werd daar nog t.e.m. 29 maart gezien.
Zwarte ibissen zaten op 14 en 15 maart bij Overboelare (OV), en van 23 t.e.m. 25 maart in de omgeving van Verrebroek (OV). Kwakken werden maar op drie locaties gezien. Het hoogste aantal Koereigers kwam deze keer uit het Heuvelland (WV), waar op 9 maart 118 exemplaren werden geteld. De eerste Purperreiger vloog op 16 maart over Hansbeke (OV). Een exemplaar met kwekersring werd nagenoeg de hele maand gezien in en rond het Mechels Broek (AN).
Grijze wouwen werden gezien bij Rebecq (BW) van 16 t.e.m. 16 maart, bij Overmere op 25 maart, en over Thommen (LG) op 31 maart. Donkere fases Dwergarend werden op 8 maart gezien over Zedelgem (WV), op 27 maart bij Stalhille (WV), en op 31 maart over Eine (OV). Spectaculair was de ontdekking van een overvliegende tweedejaars Steenarend door (alweer) Peter Adriaens, op 14 maart bij Eupen (LG).
Tijdens de laatste dagen van de maand werden twee Steppekiekendieven waargenomen. Vanaf de laatste week van maart begonnen de Zwarte wouwen volop door te komen. Het koppel Zeearenden van de IJzervallei lijkt ondertussen gestart met broeden, hopelijk binnenkort goed nieuws van daar dus!
Er werden twee Hoppen gezien, bij Ninove (OV) en Luik (LG). Klapeksters werden ook deze maand enkel gezien op hun klassieke overwinteringsplekken in het NO en ZO van het land. Bijzonder waren de 27 Raven die op 10 maart over de Brakeleer (AN) vlogen, voor Vlaanderen is dit een erg hoog (het hoogste tot nu toe?) aantal. De vier Pestvogels van Jumet (HA) bleven daar nog aanwezig t.e.m. 4 maart, één exemplaar bleef nog tot het eind van de maand aanwezig.
Buidelmezen werden op een tiental locaties gezien, het betrof meestal kleine groepjes, het hoogste aantal telde zeven exemplaren en zat op 18 maart bij Visé (LG). Niets nieuws onder de zon voor Kuifleeuwerik, met enkel meldingen van de westkust. Op 29 maart zong de eerste Snor van het voorjaar bij Bazel (OV). De Graszangers worden stilaan ook weer actiever, met nu al meldingen uit 29 km-hokken. De Aziatische roodborsttapuit werd nog t.e.m. 21 maart gezien, met het begin van de lente vertrok deze ‘longstayer’ dan toch.
Een vroege Roodkeelpieper vloog op 9 maart over Rozebeke (OV). De enige Sneeuwgorzen vlogen op 2 en 7 maart over de Fonteintjes (WV). Bij Roly (NA) werd vastgesteld dat de aanwezige Cirlgorzen al met nestbouw gestart waren. De Dwerggors van Wetteren (OV) werd daar nog t.e.m. 23 maart gezien. Bij Afsnee (OV) werd er één gezien op 13 maart.
Een welgemeende dank uiteraard aan alle waarnemers, én aan de fotografen voor het gebruik van hun foto's!
Gezocht in april
In april komt het voorjaar nu echt goed op dreef, en elke dag komen er wel nieuwe zomergasten aan. Een spannende periode dus, met kans op een hoop leuke soorten. Te verwachten zijn soorten als Poelruiter en Roodstuitzwaluw, maar het kan altijd beter natuurlijk! Een twitchbare Kuifkoekoek is al veel te lang gelden, en ook de laatste Grote franjepoot werd gevonden in april (in 2002). De laatste Steppekievit dateert ook alweer van 2012, en vijf van de 15 gevallen werden in april gevonden! Of waarom niet nog eens een Kortteenleeuwerik? Of een leuke grasmus? Sardijnse of Moltoni’s, iemand? Geniet ondertussen zeker ook van de ‘gewonere’ soorten, die nu vaak op hun mooist zijn!