Oktober, de maand waarin de blaadjes hun zomerse groene kleur beginnen te verliezen, de zachte temperaturen stilaan vervangen worden door kilte, en de dagen traag maar zeker beginnen te korten. Voor veel mensen een teken aan de wand dat de winter voor de deur staat. Gedaan met die heerlijke, zonovergoten zomer! Voor vogelkijkers echter is het keren van de seizoenen altijd de meest spannende periode van het jaar, en we kijken er telkens weer reikhalzend naar uit. Ook nu weer werden er overal rond ons heen bijzondere vogels gezien, tijd dus om alles eens op een rijtje te zetten.
Overzicht
We beginnen meteen met één van de meest bedreigde vogelsoorten van het Palearctisch gebied, de Dwerggans (Anser erythropus). Vroeger was dit nog een reguliere broedvogel op het Scandinavisch Schiereiland, maar in de 20ste eeuw werd de westelijke populatie gedecimeerd door jacht en verstoring in de broedgebieden. Vanaf de jaren ’70 begon men Dwergganzen te herintroduceren in Zweden, met als doel opnieuw een krachtige populatie te bekomen die met Brandganzen als pleegouders richting veilige overwinteringsgebieden zoals Nederland konden trekken. Dat bleek succesvol want tegenwoordig zijn er daar enkele klassieke overwinteringsplekken waar de ganzen jaarlijks naar terugkeren. Ook wij zien ieder winterhalfjaar wel een paar Dwergganzen passeren, alleen weten we meestal niet concreet waar ze nu precies vandaan komen. Op 20 oktober werden 2 adulte en een jonge Dwerggans gezien in De Maatjes te Kalmthout (AN), een waarneming die op zichzelf leek te staan, maar daar kwam verandering in toen dezelfde vogels begin november teruggezien werden in de omgeving. Toen bleek dat één van de vogels Zweedse kleurringen droeg, en na wat research werd duidelijk dat deze vogel op 8 juli 2018 was vrijgelaten in Zweeds Lapland, dat ze sinds mei 2019 optrekt met een ongeringde partner en afgelopen zomer hebben ze succesvol een jong grootgebracht. Minder bedreigd maar evenzeer erg leuk om tegen te komen, zijn Witbuikrotganzen (Branta bernicla hrota). Op 6 oktober migreerde er één samen met enkele Rotganzen langsheen de kust, en ook op 12 oktober werden op een dag met veel rotganzentrek nog eens twee verschillende exemplaren ontdekt in groepen Rotganzen.
Witbuikrotgans Branta bernicla hrota, Zeebrugge, 6 oktober 2021 (©Stijn Baeten)
Doordat Stormvogeltje (Hydrobates pelagicus) best zeldzaam is in dit deel van de Noordzee, ze ontzettend klein zijn en bovendien graag tussen de golven door vliegen, is het misschien wel één van de moeilijkste soorten om te zien te krijgen tijdens het seawatchen. Dat vertaalt zich in de hoeveelheid vogelkijkers die de soort nog nooit zagen bij ons, wat zonder twijfel de grote meerderheid is. Dit najaar werden er welgeteld 3 waargenomen. Op 6 oktober vloog er eentje ‘s ochtends in de branding langs De Panne (WV), diezelfde dag vloog er nog eentje langs Wenduine (WV) en op 12 oktober tenslotte werd er nog één gezien vanaf de Oostdam van Zeebrugge (WV). Indien aanvaard slechts de 83ste, 84ste en 85ste gevallen voor België.
Er kwamen in oktober ook nog eens drie meldingen van Zwarte Ibissen (Plegadis falcinellus) door, maar het bleken nogal haastige vogels want ze bleven nooit langdurig plakken. Op 4 oktober ontdekte Geert Aerts een vogel in het Weijmeerbroek te Waasmunster (OV) die nadien niet meer terug te vinden was, op 6 oktober was Nieuwmunster (WV) aan de beurt toen Joris Elst een weinig schuw exemplaar vlak naast de baan ontdekte, en op 8 oktober ten slotte werd er één vliegend boven de Gentbrugse Meersen opgemerkt door Wouter Courtens.
Zwarte Ibis Plegadis falcinellus, Nieuwmunster, 6 oktober 2021 (©Stijn Baeten)
De Lammergier (Gypaetus barbatus) genaamd Eglazine die vorig jaar in gevangenschap geboren is in het kader van een herintroductieproject uit de Alpen, had in de nacht van 29 op 30 april al eens overnacht in het Stropersbos te Stekene (OV) om nadien – mits een korte uitstap naar Duitsland – maandenlang in Nederland te verblijven. In de vroege avond van 8 oktober werd ze plots gemeld boven Sint-Lenaarts (AN) door Jef Van den Berghe, en uit de zendergegevens kon afgeleid worden dat ze in een gebied ten noorden van de stad Antwerpen de nacht heeft doorgebracht. De dag nadien is ze in een boog rond de stad zuidwestwaarts gevlogen en werd ze nog opgemerkt boven Mechelen (AN). De maandelijkse waslijst aan waarnemingen van Grijze Wouw (Elanus caeruleus), nog steeds onwerkelijk gezien de zeldzaamheid van twee decennia geleden, hield dit keer weer 7 gevallen in! Van 4 tot en met 7 oktober verbleef er één in regio Honsem (VB), op 9 en 10 oktober werd er één gezien in de Edegemse Beekvallei (AN), op 15 oktober bleef er één een dagje rondhangen in de Prosperpolder te Doel (OV), op 18 oktober vloog er één over Heist (WV) en over De Maten (LI), op 20 oktober pleisterde er kort één in het Viersels Gebroekt (AN) en op 29 oktober ten slotte werd er nog één waargenomen te Herselt (AN). Op 10 oktober werd nog een langdurig pleisterende Steppekiekendief (Circus macrourus) gevonden in Jandrain-Jandrenouille (BW) die daar de rest van de maand uitgezeten heeft, met op dezelfde dag nog een vogel die langs Huldenberg (VB) migreerde, en op 27 oktober werd er ook nog één op trek waargenomen te Lavaux-Sainte-Anne (NA).
Grijze Wouw Elanus caeruleus, Doel, 15 oktober 2021 (©Ronny De Malsche)
Steppekiekendief Circus macrourus, Jandrain-Jandrenouille, 17 oktober 2021 (©Danny Jacquemin)
Wie in deze periode denkt aan het vinden van een echte knaller, vervalt al gauw in de clichés zoals zangvogels uit het verre oosten, een verdwaalde zeevogel of misschien nog een leuke steltloper of eend die van de andere kant van de oceaan is komen overwaaien. Wat je allerminst verwacht is een fel paarsblauwe kip tegen te komen die in je ‘local patch’ een beetje exotisch staat te wezen tussen de vegetatie aan de waterkant. Toch is dit exact wat Erwin Collaerts overkwam op 30 oktober toen hij met zijn broer Peter een ronde door Het Vinne te Zoutleeuw (VB) aan het maken was en plots een heuse Purperkoet (Porphyrio porphyrio) tegenkwam! Een beetje verbouwereerd verspreidden ze het nieuws, enigszins in twijfel of deze vondst wel überhaupt serieus te nemen was. Want eerlijk gezegd, de volièrefactor ligt bij Purperkoet nu eenmaal relatief hoog. En dat is uiteraard enkel te wijten aan het uiterlijk, want het is al jaren geweten dat de soort voorzichtig in opmars is richting het noorden. Het stond intussen eigenlijk wel stilaan te gebeuren, na onder andere een geval in de Baai van de Somme (FR) en eentje in Worms (DL) in augustus. Diezelfde regenachtige dag werd de vogel nog door een aantal hoopvolle twitchers teruggezocht, maar enkel degenen die tot in de schemering bleven posten konden uiteindelijk een glimp van de koet opvangen. De rest van het verhaal gebeurde de dag nadien en dat gaat bijgevolg te lezen zijn in het overzicht van november!
Purperkoet Porphyrio porphyrio, Zoutleeuw, 31 oktober 2021 (©Erwin Collaerts)
Bij de meeste steltlopers hoef je je gelukkig niet te veel zorgen te maken over de herkomst en dan is het natuurlijk extra genieten wanneer je bijvoorbeeld een Gestreepte Strandloper (Calidris melanotos) tegen het lijf loopt. Die zijn namelijk met zekerheid geboren ergens op de toendra in Siberië, Alaska of Canada, oef! Damien Grégoire heeft dit jaar erg intensief een pietluttig plasje te midden van de akkers in Maillen (NA) gecheckt, en op 1 oktober was het prijs! De Gestreepte Strandloper die hij daar ontdekte bleef nog tot 4 oktober pleisteren en kon op best wat aandacht rekenen. Op 14 oktober vond Kenny Hessel nog een Gestreepte Strandloper in Putten West te Kieldrecht (OV). De vogel was tot een uurtje na de ontdekking op afstand te bekijken en verdween toen voorgoed uit het zicht. Er zijn afgelopen maand ook best wat Rosse Franjepoten (Phalaropus fulicarius) gezien en we zetten ze bij dezen even op een rijtje. Op 3 oktober trok er één over zee langs Raversijde (WV), op 6 oktober werden er 2 gezien tijdens het seawatchen te Koksijde (WV), op 10 oktober pleisterde er één op het strand van Blankenberge (WV), op 16 oktober was er één aanwezig te Blokkersdijk (AN), op 21 oktober werd er één op zeetrek gezien te Middelkerke (WV) en de dag nadien nog eentje vanaf De Panne (WV), en op 22 oktober tot slot werd er één gevonden in de Spuikom te Oostende (WV) die daar de rest van de maand aanwezig bleef.
Gestreepte Strandloper Calidris melanotos, Maillen, 4 oktober 2021 (©Karl Gillebert)
Rosse Franjepoot Phalaropus fulicarius, Oostende, 24 oktober 2021 (©Bruno Portier)
Het is geen grote zeldzaamheid, maar je moet toch zien dat je er staat op de dagen dat ze passeren, of het kan wel eens jaren duren voor je er nog eens eentje ziet. We hebben het over Vorkstaartmeeuw (Xema sabini), werkelijk één van de meest tot de verbeelding sprekende meeuwen die hier in het najaar steevast in lage aantallen passeert. 6 oktober was een relatief goeie dag om te seawatchen en er werden toen 2 tot 3 verschillende exemplaren gemeld langsheen de kustlijn. Op 12 oktober werd er nog één gefotografeerd vanaf Oostende (WV) die later nog gezien werd te Mariakerke (WV), op 21 oktober werden er 3 gezien vanaf Wenduine (WV) en Blankenberge (WV) en op 22 oktober ten slotte werden er nog eens 2 gezien op verschillende plekken aan de kust. Ook werden er nog best wat Kleinste Jagers (Stercorarius longicauda) gezien. Op 6 oktober werden minstens 5 verschillende exemplaren tijdens het seawatchen op verschillende locaties gezien, op 12 oktober vlogen er twee dicht langs Nieuwpoort (WV) en op 21 oktober vloog er één langs Wenduine (WV) en één langs De Haan (WV).
Vorkstaartmeeuw Xema sabini, Oostende, 12 oktober 2021 (©Jean-Pierre Roland)
Kleinste Jager Stercorarius longicauda, Nieuwpoort, 12 oktober 2021 (©Christian Vandeputte)
Terwijl Kortteenleeuwerik (Calandrella brachydactyla) al sinds 2012 een onbereikbare soort blijft voor de meeste vogelkijkers, is dat voor Filip De Ruwe allerminst het geval. Op 26 oktober zag hij zijn derde op 4 jaar tijd, allemaal in het havengebied van Zeebrugge (WV). Dit keer betrof het een overtrekkend exemplaar, samen met een paar Veldleeuweriken. Het 47ste geval voor België indien aanvaard. Siberische Boompieper (Anthus hodgsoni) is gelukkig een soort die ieder najaar wel in meer of mindere mate opduikt, en in oktober werden er maar liefst 4 gedocumenteerd. Het betroffen allemaal overtrekkende exemplaren: op 10 oktober over de Sashul te Heist (WV) door Hans Matheve, op 23 oktober over Honnay (NA) door Damien Sevrin, op 25 oktober over Zandvliet (AN) door Robin Vermylen en op 28 oktober over Bredene (WV) door Elie Coremans, Stijn Baeten en Wout De Rouck. Verder werden er afgelopen maand ook nog eens 17 Grote Piepers (Anthus richardi) waargenomen, het overgrote deel op actieve trek.
Siberische Boompieper Anthus hodgsoni, Honnay, 23 oktober 2021 (©Damien Sevrin)
Ieder najaar trekken tientallen gelukzoekers naar de kust, in de hoop zelf eens die ene vrij in te vullen droomsoort te ontdekken. Dat is echter geen evidentie, en het komt er dan ook op aan om (a) zo veel mogelijk uren te kloppen in combinatie met (b) een goeie kennis en (c) een gezonde portie geluk. Giet dat in een formule en je krijg a+b+c = vinden! En dat is exact wat Johan Buckens dit najaar opnieuw klaargespeeld heeft. Op 10 oktober liep hij rond op de ontoegankelijke vlakte van de Voorhaven van Zeebrugge (WV), en ook al zaten er weinig vogels, toch is het vaak op zo’n dagen dat de strafste soorten gevonden worden. Ook nu gold deze leuze weer, want in een grachtje met wat Zulte botste hij op een Raddes Boszanger (Phylloscopus schwarzi)! Hoewel de vogel zich ontzettend moeizaam liet bekijken en nadien weer snel uit beeld verdween, zijn dit natuurlijk wel de vondsten die je najaar maken. Het is het 34ste geval voor België. Op 23 oktober vond hij een Kleine Vliegenvanger (Ficedula parva) in het bosje bij Station Dorp te Zeebrugge (WV). De derde voor dit bosje en de 112de voor België. Op 28 oktober werkte hij het geheel af met een Bruine Boszanger (Phylloscopus fuscatus) te Heist (WV), niet meer de knaller van weleer maar toch nog steeds een soort die heel fijn is om te vinden. De eerste echt spannende vondst aan de kust dit najaar, was de Struikrietzanger (Acrocephalus dumetorum) die Stijn Baeten op 4 oktober ontdekte in het eerste vlierstruikje op de blokken van de Oostdam te Zeebrugge (WV). De determinatie had aanvankelijk veel voeten in de aarde, want je wilt toch echt volledig zeker zijn voordat je de tweede twitchbare Struikriet voor België doorgeeft! Toen alle kenmerken duidelijk gefotografeerd waren, met hulp van Anton Cnudde, Peter Wijnsouw en Elias Tibax, bleken de vermoedens perfect te kloppen en kon het nieuws de wereld in gestuurd worden. Op 7 oktober bleek hij nog steeds aanwezig toen Davy Bosman hem daar onverwacht terugvond, nog steeds in dezelfde struik! Verder werden er ook nog twee geringd, namelijk op 10 oktober in Bellem (OV) en op 16 oktober in Zemst (VB). Op 14 oktober werd de enige Sperwergrasmus (Sylvia nisoria) deze maand geringd in Roeselare (WV). We hebben ook even een optelling gemaakt van de Bladkoningen (Phylloscopus inornatus) die in oktober waargenomen werden doorheen het land, en hoewel 53 niet weinig is, staat het toch in schril contrast met de aantallen die we de vorige jaren te zien kregen, met op de topdagen tientallen exemplaren in het Zeebrugse havengebied alleen al. Voor Siberische Tjiftjaf (Phylloscopus collybita tristis) bleef het ook bij een bescheiden 13 exemplaren.
Raddes Boszanger Phylloscopus schwarzi, Zeebrugge, 10 oktober 2021 (©Johan Buckens)
Kleine Vliegenvanger Ficedula parva, Zeebrugge, 23 oktober 2021 (©Joachim Pintens)
Struikrietzanger Acrocephalus dumetorum, Zeebrugge, 4 oktober 2021 (©Julien Hainaut)
Sperwergrasmus Sylvia nisoria, Roeselare, 14 oktober 2021 (©Thomas Vermeire)
We hadden al een topjaar voor Roze Spreeuw (Pastor roseus), en dit najaar kwam er nog eentje bij. Op 15 oktober werd er één gevonden in het centrum van Ploegsteert (HA), een eerste kalenderjaars die zich ophield tussen de Spreeuwen. De dag nadien was de vogel nog aanwezig. Dit betreft het 73ste geval voor België. Bonte Kraai (Corvus cornix) is eveneens een zeldzame gast bij ons, met hoogstens een handvol gevallen per jaar. Dit keer werd er op 13 oktober één ontdekt op het strand van Zeebrugge (WV) door Rudi Dujardin en Sophie Farinelle. Vermoedelijk dezelfde vogel hield zich vanaf 16 oktober op in de omgeving van Het Zwin te Knokke (WV).
Misschien wel dé ster van de maand, was de Bosgors (Emberiza rustica) die Elie Coremans en Joachim Pintens op 9 oktober vonden in natuurgebied De Fonteintjes in Zeebrugge (WV). Hun verhaal kan je lezen via deze link. Doordat het de eerste keer was sinds 2008 dat er nog eens een Bosgors twitchbaar was in België, en de vogel zich bovendien soms prachtig liet bekijken op beide weekenddagen, kwam er uiteindelijk meer dan 200 man de vogel bewonderen. Het feest was compleet toen Anton Cnudde en Bjarne Verhaeghe op 10 november nog een Dwerggors (Emberiza pusilla) vlakbij de Bosgors ontdekten! Een unieke kans om beide soorten in hetzelfde gebied te kunnen bekijken, en je in eigen land een beetje in de Finse taiga te kunnen wanen. Op 26 oktober zagen Peter Symens en Koen Dierckx nog een Bosgors vanaf hun telpost in De Maatjes te Kalmthout (AN), een rondvliegende vogel die nadien uit beeld verdween. Indien beide gevallen van Bosgors aanvaard worden door het BRBC, zitten we aan 19 gevallen voor België. Er werden afgelopen maand ook elders nog Dwerggorzen waargenomen, namelijk 3 exemplaren op doortrek en wel op 1 oktober te Tienen (VB) door Philippe Smets, op 5 oktober eveneens te Tienen (VB) door Michaël Vandeput, en op 9 oktober te Zandvliet (AN) door Tim Vochten. Op 10 en 11 oktober pleisterde een exemplaar in De Kuifeend te Oorderen (AN), daar ontdekt door Peter Van de Vijvere.
Bosgors Emberiza rustica, Zeebrugge, 10 oktober 2021 (©Filip De Ruwe)
Dwerggors Emberiza pusilla, Zeebrugge, 10 oktober 2021 (©Julien Hainaut)
Gezocht in november
Voor de komende weken zijn er twee soorten die we even in de kijker willen plaatsen. Ze werden beiden nog nooit bij ons waargenomen en spreken ontzettend tot de verbeelding. November is voor beide soorten misschien wel dé uitgelezen maand, en het zou dit najaar zomaar eens prijs kunnen zijn! Wie droomt er niet van om op een gezellig dagje vogels kijken aan de kust te botsen op een pleisterende Ross’ Meeuw (Rhodostethia rosea) in de havengeul van Oostende, op het strand van Zeebrugge of in de uitbreiding van Het Zwin! Of misschien vliegt er wel eentje langs tijdens het seawatchen, zo’n mooie adult met zilvergrijze bovendelen en een zachtroze buik. Hoog gegrepen, dat wel, maar in Nederland zitten ze intussen al aan 20 gevallen en je maakt ons niet wijs dat ze steevast in een grote boog rond België vliegen! De tweede soort, waarop de trefkans misschien nog wel een stuk lager ligt, maar de ontlading des te groter is wanneer je er eentje vindt, is Haakbek (Pinicola enucleator)! Terwijl invasies richting het zuidwesten van Scandinavië vroeger grofweg om de 20 jaar plaatsvonden, gebeurt dit de afgelopen decennia merkelijk vaker, en ook dit najaar worden er weer ongewoon hoge aantallen gemeld uit het zuidwesten van Noorwegen en Zuid-Zweden. Of de vogels nog gaan oversteken naar Denemarken is maar zeer de vraag, en wanneer dat gebeurt moeten ze natuurlijk nog een heel stuk doorbreken voordat ze België bereiken. Maar een gewaarschuwd man is er twee waard en het is dan ook zaak om de ontwikkelingen op de voet te volgen. Op voorhand al eens op verkenning gaan in je regio op zoek naar bessenstruiken (ze zijn verzot op vuurdoornbessen!) kan natuurlijk nooit kwaad. En als de invasie niet dit jaar tot bij ons reikt, is dat misschien één van de volgende jaren wel het geval!
Ross' Meeuw Rhodostethia rosea, Scheveningen (NL), 23 november 2004 (©Johan Buckens)
Joachim Pintens